Limburg Farmhouse
Op de schaal van Nederland is het ‘wonen’ uitgevonden in Zuid-Limburg. 7000 jaar geleden besloten een aantal jagers-verzamelaars om zich in deze regio blijvend te vestigen. De bandkeramiek cultuur van destijds staat bekend om de potten en kannen, waarin deze eerste generatie van boeren delen van de oogst - en dus ook zaaigoed - konden bewaren. Hierdoor werd het mogelijk om zich gedurende het hele jaar op dezelfde plek te huisvesten. Het land werd ontbost ten behoeve van landbouw. De eerste huizen ontstonden, opgebouwd uit gekapte stammen, gevlochten takken en leem. Vooruitlopend op de voor de regio Zuid-Limburg typische vakwerk huizen, ontwikkelden deze boeren gedurende een langere periode een (demontabel en verplaatsbaar) bouwsysteem van houten dragers. Er was nog geen sprake van ‘onroerend goed’. Huizen waren ‘roerend’ en werden tot na de middeleeuwen los van grondbezit verhandeld.
Zuid-Limburg heeft een eigen culturele traditie. Het cultuurbesef is nauw verbonden met het grotendeels ontboste landschap van plateau’s en rivierdalen, en beperkt zich niet tot een gebied binnen de nationale landsgrenzen. Zuid-Limburg ziet zichzelf als geografisch centrum van de Euregio Maas-Rijn, een specifiek Nederlands-Belgisch-Duits gebied met een zeer rijke culturele geschiedenis (gestoeld op gedocumenteerde vondsten van Neanderthalers, Jagers-verzamelaars, Bandkeramiekers, Kelten, Romeinen, Germanen, Christenen, Franken, etc.). Er is sprake van een traditie van in op elkaar opbouwende culturen, die zo lang is, dat deze zelfs een vermenging van ongelijksoortige culturen voortbrengt. De ooit voor Maastricht kenmerkende status van tweeherigheid staat hierin symbool voor de authentiek hybride cultuur van Zuid-Limburg en de Euregio Maas-Rijn.
Het ontwerp van Villa Ransdaal grijpt terug op de oorsprong en rijke geschiedenis van de omschreven lokale cultuur. De hedendaagse variant op de vakwerk bouw van weleer is gebaseerd op een industrieel vervaardigd framewerk (staal), dat isolerend bekleed is met planken (hout). Deze detaillering vormt de basis voor de realisatie van een ‘roerend’ bouwwerk, geheel in de traditie van de hybride Zuid-Limburgse cultuur. De eigentijdse vakwerk bouw introduceert grote raamvlakken in de gevel, die van binnenuit het zicht op het typische Zuid-Limburgse landschap kaderen als een doorlopend en veranderlijk schilderij. Het door houten kolommen gedragen dak maakt zich fysiek los van het vakwerk bouwvolume eronder. Hierdoor wordt de directe opwarming van de woning door zoninstraling voorkomen. De relatie tussen binnen en buiten wordt onderstreept door een doorlopende vloer (beton), die het interieur met de verschillende terrassen verbindt.
Oplevering | 2017 |
Projectteam | Marc Maurer, Nicole Maurer, Alan Frijns, Annika Frencken, Peggy Maurer |
Constructeur | Harry Houben, Ransdaal |
Adviseur installaties | Kompas360, Heerlen |